De leesvaardigheid van Nederlandse tienjarigen is in de afgelopen vijf jaar gedaald. Dit geldt ook voor het leesplezier dat zij rapporteren. Wel geven leerlingen aan meer betrokken te zijn bij de lessen begrijpend lezen, in vergelijking met de leerlingen die in 2016 hebben deelgenomen. En hoewel leerlingen in de afgelopen jaren niet zozeer minder vaak zijn gaan lezen buiten school, is de tijd die ze hier gemiddeld aan besteden wel gedaald.
Dit blijkt uit PIRLS-2021, een internationaal vergelijkend onderzoek naar leesvaardigheid. PIRLS (Progress in International Reading Literacy Study) meet elke vijf jaar de leesvaardigheid van tienjarigen. In Nederland zitten deze leerlingen in groep 6 van het basisonderwijs. Ook worden relevante kenmerken van leerlingen, leerkrachten, scholen en de context waarin leerlingen hun leesvaardigheid ontwikkelen in kaart gebracht.
PIRLS is een initiatief van de International Association for the Evaluation of Education Achievement (IEA) en wordt al sinds 2001 uitgevoerd. Iedere vijf jaar wordt de leesvaardigheid van tienjarigen in kaart gebracht. De meting in 2021 was de vijfde ronde waaraan 57 landen meededen.
Het Nederlandse deel van PIRLS-2021 werd uitgevoerd door onderzoekers van het Expertisecentrum Nederlands en de Radboud Universiteit (Behavioural Science Institute) met subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verkregen via het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek.